Drie merken domineerden de 24 uur van Spa-Francorchamps waarbij de #99 BMW M6 GT3 uiteindelijk na een spannende strijd en een knotsgek laatste half uur aan het langste eind trok.
De #99 BMW M6 GT3 met Alexander Sims, Philipp Eng en de Belg Maxime Martin toonden zich het grootste gedeelte van de wedstrijd als een van de favorieten vooral door snel te rijden en uit de problemen te blijven. De equipe van Rowe Racing kreeg twee serieuze tegenstanders. Allereerst was er de #6 Audi R8 LMS met Christopher Mies, Frank Stippler en Markus Winkelhock. Het Duitse trio lag enkele uren in het tweede deel van de wedstrijd nog aan de leiding, maar een lekke band kostte veel tijd en het team viel terug naar de derde plaats. De kans om nog een trede hoger op het podium te eindigen was na een klapband helemaal verkeken. Het rubber sloeg dusdanig wild om zich heen dat het veel andere componenten kapotmaakte, waardoor een olielek ontstond en de Audi R8 LMS in brand vloog. Coureur Mies kon ternauwernood ontsnappen aan de vlammenzee.
Martin en collega’s hadden ondertussen een nieuwe concurrent erbij gekregen. Vanwege maar liefst drie drive through-straffen duurde het even voordat de #8 Bentley Continental GT3 zich vooraan meldde. Coureurs Andy Soucek, Wolfgang Reip en Maxime Soulet toonden zich onder alle weersomstandigheden sterk. Zij lieten zich niet uit het veld slaan door regenbuien die aan het begin van het negentiende uur over het circuit trokken. Zij zaten op dezelfde pitstopstrategie als de #99 BMW tot anderhalf uur voor de streep toen de Bentley naar binnen kwam met een bandenprobleem. Hierdoor verloren zij zicht op de zege. Een podiumplek ging ook aan hun neus voorbij toen een vierde drive through geïncasseerd werd en regen in het laatste half uur voor chaos zorgde. Zij eindigden als vierde.
Niet de #6 maar de #28 Audi R8 LMS leek in eerste instantie de beste papieren te hebben om een gooi te doen naar de zege. Maar vanzelfsprekend was dat niet omdat de bolide aan het begin van de avond heel onfortuinlijk werd geraakt door een tegenstander. Gelukkig kon de pitstraat worden opgezocht maar toch kostte het incident vier ronden. Het team was nog niet verslagen. De Belg Laurens Vanthoor toonde zijn snelheid door vroeg in de ochtend de snelste raceronde te noteren. Ook collega’s René Rast en Nico Müller zetten rappe tijden op de klok. Hierdoor had de #28 zelfs, met slechts een ronde achterstand, zicht op het podium na een mooi gevecht met Renger van der Zande in de #88 Mercedes-AMG GT3. Dat leek in eerste instantie niet te lukken vanwege een lekke band en vervolgens een drive through voor een niet goed uitgevoerde pitstop. Hierdoor zakte het team terug en ook kon er niet direct geprofiteerd worden van de hevige regenbui.
Van der Zande leek in eerste instantie ook niet naar het podium te mogen omdat de #88 Mercedes-AMG GT3 achter merkgenoten Thomas Jäger, Maximilian Götz en Gary Paffett met de #86 Mercedes-AMG GT3 kwam te liggen. Maar juist van de chaos aan het einde van de wedstrijd kon coureur Felix Rosenqvist profiteren. Hij schoof op naar de tweede plaats, voor Götz die nog een drive through penalty kreeg te verwerken vanwege een unsafe release. Hierdoor promoveerde Vanthoor naar de derde plaats.
Het was een heroïsche race van Van der Zande en collega’s nadat zij van vrijwel achteraan waren begonnen. Na de kwalificatie waren de Mercedes-rijders bestraft met onder meer een vijf minuten stop and go penalty omdat de auto’s niet voldeden aan de homologatie. Deze werd vroeg in de race ingelost, waardoor de Nederlander zich met collega’s Tristan Vautier en Rosenqvist naar voren moest vechten. Een paar uur voor het eind kwam het podium in zicht en verzilverden deze dankzij de stuurmanskunsten van Van der Zande en Rosenqvist in de slotfase van de race.
Nick Catsburg, de winnaar van vorig jaar en dit maal rijdend met de #98 BMW M6 GT3 van Rowe Racing, had lang zicht op een plek in de top-vijf maar teamgenoot Dirk Werner moest de bolide met tachtig minuten op de klok vanwege versnellingsbakproblemen in de pitstraat parkeren.
Meerdere Nederlanders en Belgen vochten voor een plaats in de top-tien. Bertrand Baguette kwam met de #4 Audi R8 LMS als achtste over de streep. De #16 Lamborghini Huracan GT3 met onder andere Jeroen Bleekemolen was in de beginfase vooraan te vinden en speelde vervolgens met een plek in de top-tien. Uiteindelijk werd de wedstrijd als elfde afgesloten. Ook Yelmer Buurman kwam samen met routinier Bernd Schneider en talent Maro Engel dichtbij een goede eindklassering maar verloor terrein in het laatste deel van de race. Het team kwam als twintigste over de streep.
Ook waren er enkele pechgevallen. Robin Frijns streed in het eerste uur vooraan mee. Nadat zijn teamgenoten de #2 Audi R8 LMS hadden overgenomen zakte het team iets terug. Toch leek een top-tien plaats mogelijk totdat de motor ermee ophield. Dries Vanthoor, de jongere broer van Laurens Vanthoor, gold als een van de beste Audi-rijders maar een kapotte splitter zorgde ervoor dat zij een goede klassering konden vergeten.
Er waren ook twee crashes onder de Nederlanders. Eerst zette Giorgio Roda, de teamgenoot van Max Koebolt, de BMW M6 GT3 in de muur. Op zondagmorgen in de regen raakte Jeroen Mul met de Lamborghini Huracan GT3 een AF Corse Ferrari en moest de strijd staken.