Na ruim een jaar zonder races presteerde Stan van Oord het toch om direct zijn eerste wedstrijd te winnen. Onder zware weersomstandigheden én in een voor hem geheel onbekende auto bleef de coureur uit Woudrichem zelfs een veel krachtigere Lamborghini en een dikke BMW voor, om als tweede van het gehele veld en eerste in zijn klasse over de finish te komen. Ook de tweede race verliep uitstekend, maar door de extra lange pitstop die Van Oord en zijn teamgenoot Dennis de Borst moesten maken was een derde podiumplek nu het maximaal haalbare.
In 2018 en 2019 werd Stan van Oord samen met Dennis de Borst kampioen in de divisie Supersport 1 van de Supercar Challenge. In 2020 reed Van Oord geen enkele race en ook voor 2021 zag het er niet naar uit dat hij achter het stuur van een raceauto zou gaan plaatsnemen. “Dennis belde me kort voor dit weekend en zei dat ik vrijdag 9 april om half acht op Circuit Zandvoort moest zijn. Hij bleek het samen met mijn vader toch voor elkaar te hebben gekregen dat we konden rijden. Dat was natuurlijk een waanzinnig fijn bericht.”
Van Oord werd destijds kampioen in de Febo Racing SEAT Cupra TCR, maar vorig seizoen was De Borst overgestapt naar een Hyundai i30N TCR. “Ook een fantastische auto, maar veel Spartaanser dan de SEAT. De Hyundai is echt gebouwd als raceauto en het is veel harder werken omdat niet alles elektronisch geregeld is. Daarom had ik de testdag op vrijdag echt nodig om deze auto te leren kennen.”
In de kwalificatie bleek het op slicks niet mogelijk om naar poleposition te rijden, Van Oord moest zich tevreden stellen met de derde startpositie in zijn klasse. “We hebben daarom maar een regendansje gedaan”, lacht Stan. En met succes, want tijdens de hele eerste race stonden de hemelpoorten open.
Dennis de Borst reed een fantastische eerste stint, bleef dicht bij de GT’s en wist een voorsprong van 17 seconden naar de nummer twee in Supersport 1 op te bouwen. Helaas kwam net voor de rijderswissel de safetycar in de baan en daardoor werd de hele voorsprong teniet gedaan. Van Oord nam tijdens de safetycarperiode het stuur over en dat had dan wel weer het voordeel dat het hele veld dicht bij elkaar kwam.
Toen de groene vlag kwam kon Van Oord al snel weer de leiding in zijn klasse nemen en bovendien zat hij kort achter de GT’s. Het lukt hem op de kletsnatte baan zelfs om de Lamborghini te passeren en zo reed hij op de tweede positie achter de BMW Z4 van Daan Meijer. “Ik had in de aanval kunnen gaan, maar na communicatie met mijn team besloten we geen risico’s te nemen.” Zo passeerde Van Oord als eerste in zijn klasse de finish met ruim een minuut voorsprong op de nummer twee.
“Ik ben op dit moment erg blij met elke race die ik rijd. Gelukkig heb ik een aantal mensen om me heen die me dat vertrouwen en de kans geven om toch te kunnen racen. Als mij die mogelijkheid geboden wordt moet ik er voor zorgen dat ik er sta en dat ik scoor. Twee weken geleden kreeg ik de kans van Rob Nieman om in te stappen en samen met zijn Spirit Racing Team scoorden we een mooi podium in de NES 500 op de Hockenheimring. Afgelopen weekend stond ik samen met Dennis weer tweemaal op het podium, dus ik scoor in 2021 maar liefst 100%. Maar het blijft, vooral vanwege COVID-19, op dit moment erg moeilijk en ik hoop dat we het jaar samen met Dennis bij Ferry Monster Autosport af kunnen maken. Eind mei in Hockenheim ben ik er, samen met Dennis, zeker bij. We hebben nu zes weken tijd om dat rond te krijgen, maar we moeten het daarna echt van race tot race bekijken. En dat geeft niets, ik zit sowieso in een luxe positie dat ik deze sport kan en mag bedrijven. Samen met mijn vader doe ik dit nu al zeven jaar en hij zegt altijd ‘het gaat lukken en het komt goed.’ Tot op heden is hem dat ook gelukt en dat is top!”
De volgende races van de Supercar Challenge vinden op 23 mei plaats op het circuit van Hockenheim in Duitsland. Daar zal Stan van Oord weer alles in het werk stellen om een goed resultaat te behalen.