Twee jaar lang had hij niet meer geracet. Maar tijdens het pinksterweekeinde kroop Dick Freebird op het circuit van Zandvoort achter het stuur van een Porsche 991 GT3 Cup tijdens de tweede ronde van de Supercar Challenge. Dat deed hij bepaald niet onverdienstelijk. De 32-jarige coureur uit Rosmalen werd tijdens de eerste race vijfde in de GT-klasse. Daarmee bevestigde hij voor zichzelf dat hij nog altijd niet aan snelheid heeft ingeboet.

 

 

De afgelopen twee jaar was hij veel te druk met zijn bedrijf om nog te racen. Maar aan het begin van het jaar werd hij gevraagd door Frits van Eerd of hij toch niet iets wilde gaan doet dit seizoen. De eigenaar van de bekende supermarktketen wilde hem graag laten racen in een knalgele Porsche en wel tijdens de Jumbo Racedagen, driven by Max Verstappen. “Racen blijft leuk, helemaal met zo’n auto met Jumbo erop”, verklaarde Dick zijn motivatie om ja te zeggen.

Natuurlijk was het aan het begin van het weekeinde even afwachten hoe het zou gaan. Hij had tenslotte twee jaar niet meer geracet. Bovendien reed hij in 2016 voor het laatst in een Radical. “Dat is een heel andere auto. Een Porsche is twee keer zo zwaar. Dat was dus wel even wennen. Ik dacht: we gaan gewoon rijden en we zien achteraf wel waar we staan.”

Dat het een mooie plek zou worden, leek zich al vroeg in het weekeinde aan te dienen. Tijdens de twee vrije trainingen was hij tot twee keer toe de snelste Porsche en derde totaal in zijn klasse. Met de snelheid leek het dus wel goed te zitten. “Die tijden reden we op gebruikte banden, dus de goede snelheid was er wel.” Toch kwam hij tijdens de kwalificatie niet verder dan de achtste tijd. Dick: “We kregen de banden niet op de juiste temperatuur. Daardoor hadden we niet genoeg grip.”

Tijdens de eerste race liet hij weldra zien dat hij nog altijd een uitstekend coureur is. “Ik kon het tempo vooraan best goed bijhouden. Voor de pitstop lag ik al vierde.” Tijdens de eerste pitstop moest hij vanwege het feit dat hij een gastrijder was een straf van vijftien seconden inlossen, maar de schade bleef beperkt. “Omdat ik als eerste Porsche was binnengekomen en daarvoor een gat van een aantal secondes had geslagen, was het verschil na de pitstop maar zo’n zes seconden met de drie Porsches voor me. Ik zag ze in de verte nog rijden.”

Hij was vastbesloten zijn achterstand goed te maken, maar kreeg daarvoor niet de tijd die hij normaal gesproken zou hebben gehad. Omdat een auto tegen de muur was gecrasht, kwam de safety car de baan op. Die procedure duurde dermate lang dat Dick nog maar tien minuten had om zijn achterstand goed te maken nadat de safety car-situatie was beëindigd. “Henry Zumbrink zat op dat moment vlak voor me. We konden samen nog naar de kopgroep rijden en zo werd ik nog vijfde.”

 

 

Tijdens de tweede race werd de snelle Brabander kort na de start twee keer achter elkaar geraakt door dezelfde Porsche. Eerst in de linkerzijkant, een bocht verder in de rechterzijkant. “De auto kon nog wel rijden, maar hij had veel onbalans en ik hoorde dingen rammelen. Ook kon ik het rempedaal steeds dieper indrukken.” Hij zocht noodzakelijkerwijze de pits op. Daar volgde de onvermijdelijke conclusie: einde race. “In de pits bleek dat een wiellager kapot was. Dat was jammer. Zeker ook omdat ik bij de start van de vierde naar de derde plek was opgeschoven en de koppositie was in beeld.”

Dick genoot dusdanig van zijn terugkeer in de autosport dat hij ervan uitgaat dat hij later dit jaar als gastrijder nog eens zal meedoen in de Supercar Challenge. Wanneer precies, dat weet hij nog niet. “Dat moeten we nog even bekijken. Maar ik rijd heel graag, dus dat komt goed!”