Er klonken positieve geluiden en sommige deelnemers ventileerden zelfs complimenten richting de organisatie van wat je Dutch Time Attack 2.0 zou kunnen noemen. Ook al was de opkomst op het TT Circuit Assen nog bescheiden, ongetwijfeld doordat velen de kat uit de boom keken, de nieuwe organisatie lijkt een goed fundament te hebben gelegd voor een kampioenschap dat wel weer naar de oude aantallen van zestig-plus kan groeien.
“Het belangrijkste vinden wij dat we een zekere scepsis bij deze en gene hebben kunnen weghalen,” blikt mede-organisator Peter Tunissen terug afgelopen juni, toen Dutch Time Attack in geëvolueerde vorm live ging. “Er heerste wat onvrede over dingen die in het verleden niet helemaal liepen zoals de deelnemers dat verwachtten. Aan ons als organisatie de taak om alles soepel te laten verlopen en gezien de complimenten die we mochten ontvangen lijkt dat gelukt. Het begon al met een stukje communicatie: ruim van tevoren iedereen op de hoogte stellen van tijdschema, pitboxindeling en de plek waar de technische keuring zou plaatsvinden. Eigenlijk helemaal niet moeilijk, maar je moet het wel even doen, anders dreigt er een chaos te ontstaan en creëer je onrust onder de rijders. Hopelijk praten de positieve ervaringen zich nu rond en klimt het deelnemersaantal binnen afzienbare tijd weer op naar zestig, zeventig of misschien wel tachtig. Dan krijg je echt een waanzinnige competitie en moeten de coureurs knetterhard hun best doen om in de finale te komen.”
Bas Hilvers: “Rook uit het dashboard”
Het lijkt de omgekeerde wereld: door tijdgebrek Dutch Time Attack gaan rijden. “Samen met mijn vader André en mijn broers Wouter en Jeroen heb ik een BMW E36 325i, die we door Koopman Racing laten runnen. Redelijk standaard overigens, met alleen een rolkooi en een aangepast onderstel,” vertelt Bas Hilvers. “Het lukt ons echter maar sporadisch om ons alle vier een dagje los te maken van het familiebedrijf, een bakkerij, en gezamelijk iets leuks te gaan doen op het circuit. Twee keer per jaar proberen we mee te gaan met de dagen die Koopman Racing voor zijn klanten organiseert, maar verder komt het er eigenlijk niet van. Nou loopt mijn vriend Loek Withaar al een tijdje als cameraman rond bij Dutch Time Attack, om video’s van de evenementen te maken. ‘Jôh, je hebt die auto en je rijdt er bijna niet mee,’ zei hij. ‘Waarom probeer je niet een keer Time Attack, net als ik?’ Zelf bleek hij ook deel te nemen, dus toen durfde ik het ook wel aan.”
Hilvers snuffelde begin juni jongstleden voor het eerst aan het kampioenschap. “Heel gezellig en alles bleek goed voor elkaar. De organisatie hield zich netjes aan de tijden, zodat iedereen precies wist hoe laat hij waar moest zijn. Erg leuk ook om nu eens met een transponder te rijden en daarmee inzichtelijk te krijgen hoe je presteert, zelfs per sector van de baan. Toch even anders dan simpelweg rondjes rijden en mijn vader laten timen met zijn telefoon. Er zaten wat vergelijkbare auto’s in het veld, wat het nuttig maakt om met andere deelnemers gesprekken aan te gaan. Dan ontvang je nuttige tips, bijvoorbeeld over de bandenspanning en de rijstijl. Op Assen moet je vooral met souplesse door de bochten rollen om er het maximale uit te halen. Door een diskwalificatie van een andere deelnemer behaalde ik zelfs een plek in de finale, maar het gat tot de topvier was toch best groot en helaas begaf de auto het door kortsluiting. Toen er rook uit het dashboard kwam, leek het me wijs om snel te stoppen.” Het blijft volgens Bas Hilvers bij incidentele optredens tijdens Dutch Time Attack. “De zondagen zijn mijn enige vrije dagen en zelfs dan moet ik nog weleens werken. Overigens gaf mijn broer Wouter aan dit ook wel een keer te willen.”
Bas Besseling: “Anderen over de streep trekken”
“Persoonlijker en gemoedelijker, dat is het vooral,” concludeert Bas Besseling, die sinds 2018 Dutch Time Attack rijdt. “Eerst maakten we deel uit van een groter evenement en moesten we vaak voor andere dingen wijken, nu vormen we het hoofdprogramma. Eventuele wijzigingen in de reglementen hebben voor mij geen consequenties, omdat ik er altijd voor zorg dat mijn spullen goed voor elkaar zijn. Serieuze rolkooi, brandvrije kleding, HANS-systeen. Ik wil toch graag de volgende dag weer op het werk verschijnen en mijn gezin vindt het ook wel prettig als ik na zo’n wedstrijd weer heelhuids thuiskom.” Afgelopen winter liet de Noord-Hollandse coureur bij JR Motorsport de M3-motor van zijn E36 (oorspronkelijk een 325i) helemaal reviseren en upgraden, nadat hij een kat in de zak had gekocht. “Het blok kotste er in één rondje Zandvoort een liter olie uit. Dan maar gelijk volle bak gaan, met andere nokkenassen en een 3.2-carterpan met oliepomp. Wel even een verschilletje, want het blok levert nu 90 pk meer dan de 325i eerst, vandaar dat ik er voor de start van dit seizoen nog tien uur vrij rijden mee heb gedaan.”
De Time Attack-wedstrijd op Assen verliep wat Besseling betreft aardig naar wens. “De hele dag topdrie en uiteindelijk tweede in de Pro-klasse, achter Cor Euser. Verschil moet er zijn, nietwaar? Hij rijdt per slot van rekening zijn hele leven al rondjes op het circuit. Voor het eerst reed ik trouwens op Nankang CR-S-banden. Niet normaal, hoeveel grip die bieden. Het scheelt echt een klap ten opzichte van de eerdere semislicks. In ieder geval kijk ik alweer uit naar de volgende wedstrijd op Raceway Venray, een circuit waar ik nog niet eerder geracet heb. Net als Assen ligt het voor mij niet naast de deur, want ik woon in de buurt van Zandvoort, dus even trainen om met de baan kennis te maken gaat me gewoon niet lukken. Nou ja, ik zie het allemaal wel op me afkomen in september. Overigens lijkt het erop dat ik andere jongens, die eerst wat sceptisch waren vanwege alle veranderingen rondom het Time Attack-kampioenschap, nu ook over de streep begin te trekken.”
Meer informatie: www.timeattack.nl
Tekst: Aart van der Haagen & foto’s: Robin Smit
Wil jij ons magazine ook lezen? Meld je dan aan via “bestellen” op onze website: www.start84.nl