Ed van Asten draagt het stokje over aan de jeugd

Zo’n drie decennia maakte Ed van Asten de autocrossbanen in binnen- en buitenland onveilig. Dat resulteerde iets meer dan tien jaar geleden zelfs in een Nederlandse titel. Tegenwoordig tref je hem echter niet meer achter het stuur aan, maar staat hij aan de kant om de volgende generatie aan te moedigen. “Dat is net zo spannend als dat je zelf rijdt, misschien nog wat spannender. Je gaat er net zo hard voor, natuurlijk.”

“Zelf cross ik helemaal niet meer,” vertelt Van Asten als we hem vragen naar zijn staat van dienst. “Ik ben rond 2020 ongeveer gestopt, nadat ik in 1992 begon. Alles bij elkaar heb ik dus iets minder dan dertig jaar gereden.” In die periode behaalde hij wel diverse prijzen. “Destijds reden we nog in de Europokal en daar werden we twee keer kampioen. Ik kwam altijd uit in de Sprint 1600 en pakte in 2012 als equipe, met Sander Cuenen, de Nederlandse titel. Dat was eigenlijk het hoogst behaalde resultaat.” Een respectabel palmares. Waarom dan de beslissing om te stoppen? “De jeugd kwam op een bepaalde leeftijd en daarmee werd het voor mij gaandeweg steeds minder interessant. Je ziet dat de jongere generatie gewoon een stukje fanatieker is.” De transitie werd ingezet met het crossdebuut van stiefzoon Styn Jaspers, die nog altijd op hoog niveau meedraait in het Europees kampioenschap. “De oudste begon op zijn 14e,” vervolgt Van Asten. “Hij is nu 21 jaar, dus zo’n zeven jaar geleden. In die periode reed ik zelf nog wel, maar toen kochten we een Juniorbuggy voor hem. De Juniorklasse kwam rond die periode net op in Nederland, maar gaandeweg verplaatsten wij ons steeds meer richting Europa. Uiteindelijk reden we nog zo’n twee jaar samen, maar toen kwam mijn jongste zoon Teun ook kijken. De overstap was daarna snel gemaakt. Hij in de Juniorbuggy en Styn stapte over naar Sprint 1600.”

Bestickerde bussen
In de afgelopen jaren is de renstal van Van Asten, uitkomend onder de naam Maashorst Racing Team, flink gegroeid. Naast Styn en Teun rijden daar ook Joep Cuenen, Bram Cuenen en Stan van de Manakker hun rondjes. Een snelle zoekronde op Facebook wijst uit dat dit team de boel uiterst serieus aanpakt, met puike, fraai bestickerde bussen en trailers. Dat is niet alleen voor de show, want de kilometers tikken in het Europees kampioenschap flink aan. “We rijden met de bus tussen de 12.000 en 15.000 kilometer op jaarbasis,” rekent Van Asten uit. “Daarin kunnen we één auto kwijt en dan hangen we een trailer erachter met daarop een tweede auto. Mijn compaan rijdt dan een tweede bus, helemaal zelf beletterd. Precies hetzelfde idee. Verder trekken er af en toe wat campers achteraan. Normaal gesproken gaan we met een groep van zo’n twintig mensen naar een EK-wedstrijd. Het team bestaat uit een hechte groep vrienden, die bijna altijd meegaan.”

Minivakantie
Soms verandert zo’n raceweekend uit praktische overwegingen bijna in een soort minivakantie. Werp bijvoorbeeld een blik op de EK-kalender en je ziet dat de Baltische buurlanden Letland en Litouwen in juni op achtereenvolgende weekenden voor gastheer spelen. “In de week daartussen blijven we daar natuurlijk in de buurt,” zegt Van Asten. “Anders rijd je naar Nederland en moet je bij aankomst onmiddellijk weer die kant op. Normaal gesproken vertrekken we vanuit huis op donderdagavond, want ja, iedereen moet natuurlijk gewoon werken. Vrijdag is dan een vrije dag voor ons en met verschillende chauffeurs kunnen we lekker doorrijden. Op zondagavond rijden we terug richting Nederland, zodat we meestal maandagochtend weer thuis zijn.”

De vlieger naar huis
Naast Litouwen en Letland doet het EK Autocross het komende jaar ook Duitsland, Tsjechië, Frankrijk (tweemaal), Hongarije, Italië en Spanje aan. Mooie avonturen, zeker, maar er moet ook geld verdiend worden. Van Asten heeft een eigen bedrijf gespecialiseerd in kasdekreiniging. Het leven van een ondernemer staat nooit stil. Valt dat dan nog wel te combineren? “Ik moet eerlijk zeggen: het is nu nog redelijk te doen, maar soms wordt het lastig. Gelukkig valt voor het bedrijf de minder drukke periode midden in het seizoen. Dat komt goed uit, maar soms gaat de zaak wel voor. Die brengt immers geld in het laatje. De cross kost alleen maar centen, haha. M’n zoon zit nu ook in het bedrijf en in zo’n dubbel weekend komt het weleens voor dat er iemand tussendoor naar huis moet. Vorig jaar gebeurde dat ook. Dan pakken we de vlieger naar huis, werken en keren we daarna terug. Dat is niet anders. Als er geen geld verdiend wordt, kunnen we immers ook niet crossen.”

Pareltje
Van Asten geniet wel met volle teugen van het racen in het buitenland. Het EK heeft daarbij steeds meer de voorkeur gekregen boven het NK. “In Nederland is de autocross echt wel competitief, met sterke deelnemers en spannende wedstrijden, maar de banen vinden we een stuk minder. In de rest van Europa ligt de boel er beter bij. Mooi verhard, met flinke hoogteverschillen. Twee jaar terug werd er een EK-wedstrijd in Nederland verreden, in Toldijk. Een nette baan, maar dan nog viel die in Europees opzicht een beetje tegen.” Als we Van Asten vragen naar zijn favoriet, hoeft hij niet lang na te denken over het antwoord: het Franse Saint-Georges-de-Montaigu, niet ver van Nantes. “Dat vind ik persoonlijk een prachtige baan. Echt een soort pareltje. Andere mensen wijzen vaak naar Nová Paka in Tsjechië. Dat vonden wij in het begin ook de top, want de hoogteverschillen zijn mooi, maar de kwaliteit van dat parcours ging de afgelopen jaren nogal achteruit. Saint-Georges wordt goed georganiseerd en trekt veel publiek.” Daarnaast is het deelnemersveld een stuk gevarieerder. Zo dook vorig jaar de Tsjech Tomas Enge ineens op bij zijn thuisrace. HIj reed in 2001 drie Grands Prix voor het team van Prost en bracht daarna jaren in de enduranceracerij door. Hoe mooi ook, dat racen in heel Europa, Van Asten kent ook het nadeel. “Je denkt bij de regelgeving van de FIA weleens: ‘Nou, het houdt een keer op.’ Alles wordt duurder en de eisen alsmaar strenger. Dat is soms niet zo leuk.”

Tekst: Davey Euwema
Foto’s: Emile Moorelisse, Michelle Reints

Wil jij ons magazine ook lezen? Meld je dan aan via “bestellen” op onze website: www.start84.nl