Het eerste halfjaar van Hakim Salem als general manager van de KNAF zit erop. Juist omdat hij van buiten de autosport in deze functie rolde, zijn we razend benieuwd naar zijn eerste bevindingen en naar zijn aanpak van de toch wel serieuze uitdagingen die de federatie voor de voeten geworpen krijgt. “Met zoveel belanghebbende partijen moet je bij elke vorm van beleid draagvlak zien te creëren. Dat begint met luisteren zonder oordeel.”

Salem (46) wil niet doorslaan in vleiende taal, maar zegt onomwonden: “Ik ben ontzettend goed ontvangen in deze voor mij toch geheel nieuwe omgeving. Gezien mijn achtergrond in een heel andere tak van sport – basketbal – kan ik me voorstellen dat mijn aanstelling op 18 december jongstleden hier en daar best tot scepsis heeft geleid, maar ik hoop dat mensen inmiddels de toegevoegde waarde zien van deze keuze door de KNAF. Iemand van buitenaf laat zich niet leiden door gebeurtenissen en misschien wel conflicten uit het verleden, maar stapt er blanco in. Tegelijkertijd breng ik een ruime ervaring mee als topsportcoach, die mij in staat stelt om onder druk te opereren en te presteren. Soms moet ik zelfs pas op de plaats maken. Bij het aansturen van een nationale selectie van topsporters dient alles bij wijze van spreken gisteren te gebeuren. Een coach onderneemt direct actie en zegt tegen het team: ‘Dit is de route die we gaan nemen.’ Er moet per slot van rekening een wedstrijd gewonnen worden. Op beleidsmatig niveau, zoals nu in mijn rol als general manager van de KNAF, werkt dat natuurlijk anders. Daar zet je een strategie uit voor de lange termijn en betrek je er alle relevante partijen bij.”

Gestrekt been
Althans, zo zou het wat Salem betreft moeten en zo doet hij het ook. “Ik bevind me binnen een omgeving waar ik heel veel kan leren. Dat past bij me, want ik ben nieuwsgierig aangelegd en wil me continu blijven ontwikkelen in het leven. De KNAF vind ik wat dat betreft echt een verrijking. Binnen de autosport heb ik me allereerst verdiept in alle lijnen die er lopen tussen de diverse betrokkenen, zoals het federatiebestuur, de secties en diverse commissies. Welke belangen er ook spelen en hoe die onderling soms ook van elkaar kunnen verschillen, met de juiste communicatie breng je mensen naar elkaar toe en bereik je eerder consensus. Met gestrekt been erin gaan is met gestrekt been eruit gaan, zeg ik weleens. Draagvlak creëren houdt allereerst in dat je moet achterhalen waar de daadwerkelijke problemen liggen. Niet door te zenden en je eigen verhaal te vertellen, maar door te luisteren en oprechte interesse te tonen. Een bepaalde vorm van bescheidenheid aan te nemen en de juiste vragen te stellen. Mensen hebben van nature de neiging om een boodschap aan te horen en daar hun eigen saus overheen te gieten. Ik probeer altijd te luisteren zonder mezelf van tevoren een oordeel te vormen.”

Ego opzij
Bij dit laatste maakt Salem een belangrijk punt. “Draagvlak creëren is heus niet altijd makkelijk. Immers, iedereen hanteert zijn eigen normen en kijkt op zijn eigen manier tegen dingen aan. Gelukkig leven we in een democratie. Bij sport komt de factor emotie om de hoek kijken, dat snap ik heel goed, alleen moet die nooit de overhand gaan nemen. Het mag niet persoonlijk worden. Ik probeer de emoties in zakelijke gesprekken en onderlinge relaties zoveel mogelijk te temperen. Zorg ervoor dat je het zakelijk houdt en zet je ego opzij, anders maak je een probleem groter dan het is. Uiteindelijk wil je met elkaar een win-winsituatie bereiken, waarin een besluit door alle betrokken gedragen wordt.” De general manager van de KNAF geeft een herkenbaar voorbeeld. “Kijk eens naar hoeveel officials er in de sport rondlopen. Zonder die mensen hebben we geen evenementen. Je mag dus verwachten dat iedereen gelijk behandeld wordt en dat iemand die ontevreden is een klacht durft uit te spreken, zonder dat het anderen persoonlijk raakt.”

Input en output
Het komt er dus op neer dat niemand zichzelf te belangrijk moet vinden. “Laatst hebben we samen met het BSR en de rallyscholen de examentheorie onder de loep genomen. Inhoudelijk houd ik me daar niet mee bezig, maar ik vorm me wel een mening over hoe je de vragen stelt en deze eventueel aantrekkelijker maakt. Daarbij mag iedereen input leveren. Door samen te sparren kun je uiteindelijk een beter product aanbieden. Voor mijzelf geldt dat ik wil weten wat er leeft en waar mogelijkheden tot verbetering liggen.” Het principe van continue ontwikkeling betrekt Salem niet alleen op zichzelf, maar ook op de federatie. “Zo hebben we eerder dit jaar het reglement vastgelegd voor de DAPA, de Dutch Autosport Press Association. Enerzijds om journalisten en fotografen in staat te stellen de sport op een mooie manier vast te leggen, anderzijds om daarbij hun veiligheid te waarborgen. Verder buigen we ons over de toetreding tot de KNAF van racescholen en wedstrijdorganisatoren. Dat proces willen we optimaliseren, met name als het gaat om kwaliteitseisen. Kijk je naar de input of juist naar de output? Met dat laatste bedoel ik de prestaties, bijvoorbeeld het slagingspercentage van een raceschool. Alles in het redelijke, uiteraard. De organisatiegraad van de Dutch Grand Prix hoef je in de breedtesport niet na te streven, maar de praktijk leert dat het wel goed en professioneel kan.”

Pilot
In de korte tijd dat hij zijn functie van general manager bij de autosportbond bekleedt, mocht Hakim Salem al een interessant project oppakken: samen met KNAF Digital en twee mbo-scholen een simraceprogramma opstarten om de sport toegankelijker te maken. “Daarmee geven we jongeren op het Techniek College Rotterdam en het Albeda College Rotterdam de kans om er nader mee in aanraking te komen. Niet alleen maar in de rol van coureur, want racerij houdt natuurlijk veel meer in. Een team heeft ook monteurs, engineers en een manager nodig. Waar het ons om gaat is dat we de autosport van binnenuit laten zien. Hopelijk wordt deze pilot, die een competitief element bevat, vanaf volgens schooljaar opgepakt door meerdere opleidingen. We willen het plan ook graag in andere steden presenteren. Met Rotterdam konden we heel snel stappen zetten, want zowel bij de gemeente als de twee genoemde scholen proefden we ontzettend veel daadkracht en actiebereidheid.” De typische mentaliteit van ‘niet lullen, maar poetsen.’

Aan tafel
Niet overal gaat het zo snel in de politiek, weet Salem uit ervaring. “Er bestaan veel misverstanden over de autosport, zoals de beeldvorming over vermeende vervuiling. Aan ons de taak om aan te tonen dat we enorm veel investeren op het gebied van CO2-compensatie, zoals met ons grootschalige bomenplantproject en de inzet van een elektrische rallyauto binnen KNAF Academy. We moeten onszelf brutaalweg aan tafel brengen bij de politiek en uitleggen wie wij zijn. Weet je welke vraag we vaak als eerste krijgen? ‘Waar moet je je melden als je deze sport wil beoefenen?’ Bij voetbal kan iedereen dat antwoord zo geven. Daar ligt dus een opdracht om meer te doen aan relatiebeheer en communicatie, waarbij we niet uit het oog verliezen dat processen bij de overheid vaak lang duren en ingewikkeld zijn. Krijgt een wedstrijdorganisator toestemming van de gemeente, weigert de provincie ineens mee te werken. Er liggen grote uitdagingen, maar kijk eens naar de aantallen mensen die genieten van de Historic Grand Prix Zandvoort en in hetzelfde weekend onlangs de Vechtdalrally? Trouwens, de racerij geldt als de best bekeken sport op tv na voetbal. Daar mogen we echt trots op zijn. We moeten alleen niet stilzitten en ons vooral blijven ontwikkelen, met alle betrokken partijen. Goed naar elkaar luisteren, daar begint het mee.”

Meer informatie: www.knaf.nl
Tekst: Aart van der Haagen (START ’84 juli 2024)

Wil jij ons magazine ook lezen? Meld je dan aan via “bestellen” op onze website: www.start84.nl