Wie zijn prestaties bekijkt, kan nauwelijks geloven dat Jarno Opmeer aan zijn debuutseizoen in de autosport bezig is. De zestienjarige coureur uit ’s-Gravendeel rijgt de podiumplaatsen aaneen alsof hij al jaren autocoureur is. Vorige week werd hij tijdens de eerste ronde van het Spaans kampioenschap Formule 4 derde, derde en vierde in de respectievelijke races. Een week eerder won de rookie tijdens de derde ronde van het Formule 4 NEZ-kampioenschap op het circuit van Zandvoort twee keer en werd hij in de derde race derde.
Jarno reed dit seizoen tot dusver elf races waarvan hij tien keer op het podium eindigde. Nog mooier: bij vijf daarvan stond hij op de bovenste trede! Daarmee ontpopt de sympathieke tiener uit Zuid-Holland zich langzamerhand tot de veelvraat van het jaar in de Formule 4. Hoewel hij intussen weet dat hij vooraan kan meestrijden in zowel het Spaanse Formule 4-kampioenschap als het Formule 4 NEZ-kampioenschap, is Jarno – die vorig jaar nog in het karting actief was – nog steeds enigszins verbaasd dat hij zo sterk rijdt. “Ik had het racen in auto’s wat moeilijker verwacht”, zegt de coureur van het Nederlandse topteam MP Motorsport beduusd. “Nu is het een kwestie van zo veel mogelijk blijven trainen en verbeteren.”
De titel in het NEZ-kampioenschap is intussen een reële optie geworden. Daarin heeft hij een meer dan comfortabele voorsprong opgebouwd van maar liefst 57 punten (tijdens een raceweekeinde zijn in race 1 en 3 zijn maximaal 25 punten te winnen, in race 2 maximaal 15). Toch wil Jarno niet over de eindzege nadenken. Er zijn tenslotte nog twaalf races te gaan. Wel heeft hij zichzelf één belangrijke opdracht gegeven: “Zoveel mogelijk blijven winnen.” Als hij maar vaak genoeg wint, dan komt de titel vanzelf wel, zo weet hij. Dat winnen bleef vorig weekeinde tijdens zijn debuut in het nieuwe Spaanse kampioenschap nog uit, wel scoorde de talentvolle racer twee fraaie derde plaatsen. Overigens had er waarschijnlijk nog meer ingezeten als hij niet was geplaagd door wat rem- en motorproblemen. “Dat was jammer. Maar dat hoort nu eenmaal bij een technische sport.”
In tegenstelling tot het NEZ-kampioenschap moest Jarno in Spanje zelf de set-up van de auto bepalen. Dat was voor hem de eerste keer. “Het was een beetje wennen, maar al snel ging het goed. Het feedback geven aan de engineers van het team ging ook heel goed.” Het leidde tot twee derde plaatsen en een vierde plaats. Maar behalve de mechanische pech voorkwam ook een touché met een andere auto in de tweede race een nog beter resultaat. “Na één of twee rondes lag ik op de eerste plek, maar toen de nummer twee me probeerde in te halen ging we er samen af”, legt hij uit. “Daardoor ben ik uiteindelijk derde geworden.”
Een soortgelijk incident in de derde race voorkwam dat hij het podium haalde. En dat was voor het eerst dit seizoen. Jarno: “Ik lag tweede toen de nummer drie me probeerde in te halen. Hij raakte me, waardoor zijn rechtervoorwiel afbrak en ik spinde. Ik kwam als vijfde terug de baan op, kon nog één plaats goedmaken, maar er was te weinig tijd om nog verder naar voren te rijden.”
Het was voor Jarno even wennen, een weekeinde lang niet op de bovenste trede van het podium, want een week eerder in Zandvoort had hij nog twee van de drie races gewonnen tijdens de derde ronde van het F4 NEZ-kampioenschap. Toch was hij niet helemaal tevreden. Waarom niet? Omdat zijn kwalificatie beter kan, vindt de altijd zelfkritische coureur. In zijn sport moet alles sowieso altijd beter, harder en sneller, weet hij. “De anderen gaan namelijk ook niet langzamer.”
Jarno’s volgende race is over een dikke week op het Motorland Aragón-circuit in Alcaniz in het kader van het Spaans kampioenschap.