Waar de Porsche Boxster in het openbare leven op straat een vaste schare liefhebbers voor zich heeft gewonnen, daar weet hij zich in de autosport moeilijker te handhaven. Althans, qua populariteit. Het bestuur van de PCR ziet dat rijders zich laten verblinden door de magie van een Cayman S, GT4 of een 911, terwijl juist het open instapmodel de beste gelegenheid biedt om de finesses van het racen onder de knie te krijgen.

“Opvallend,” noemt penningmeester Joris Havermans het fenomeen dat zich aftekent binnen Porsche Club Racing. “Deelnemers die in de Boxster Cup beginnen stappen veelal na één seizoen of zelfs eerder al over op de Cayman Cup.” Twee auto’s die sterk aan elkaar gerelateerd lijken, maar dat in de praktijk eigenlijk helemaal niet zijn. “Met beide modellen kun je je snel voortbewegen op de openbare weg. Op het circuit nemen de verschillen in rijgedrag toe. Waar de Boxster in zijn basisuitvoering heel vergevingsgezind reageert, geldt de Cayman met zijn flinke lading extra pk’s als een heel ander beest, dat getemd moet worden.” Dat verdient enige toelichting voor wie de stamboom van Porsche niet helemaal haarscherp op het netvlies heeft. Waar deze twee modellen tegenwoordig sterk aan elkaar gelieerd zijn, met overeenkomstige specificaties (behalve de GT4), daar begonnen zij hun leven in een ander tijdperk en met een andere positionering. Sterker nog, de 986-generatie met de ‘spiegeleikoplampen’ bestaat uitsluitend als Boxster; de Cayman deed pas zijn intrede bij de opvolgende lichting 987 en dan meteen als S. Een soort ‘poor man’s 911’, die ironisch genoeg juist meer met een imagoprobleem worstelde dan de open middenmotor-Porsche. Tegenwoordig liggen, op het circuit tenminste, de rollen andersom.

Flink verschil
“Wat blijkt nu?” vervolgt Havermans. “Mensen die starten in de Boxster Cup menen na een aantal wedstrijden dat zij een snellere auto ook wel in bedwang kunnen houden. Vervolgens schrijven ze zich in voor de Cayman Cup en krijgen ze hun rondetijden slechts met enkele seconden omlaag, terwijl ze met circa 100 pk meer rijden. Dat zou dus een groter verschil moeten opleveren. Zo’n tien tot vijftien seconden, schatten wij. Ga maar na: bij de Boxster hanteren wij een balance of performance van 5,8 kilogram per pk, bij de Cayman S slechts 4,35. Best een grote stap na één jaar. Kijk maar even naar het rechte stuk op circuit Zandvoort. Daar kom je met een Boxster, die reglementair maximaal 214 pk mag leveren, aanstormen met 190 of hooguit 200 kilometer per uur. De Cayman S, waarbij we een vermogen van maximaal 330 pk zien, haalt daar probleemloos 220 en hij remt ook beter. Voor een amateur een flink verschil om te behappen en dat zien we terug. Sommige deelnemers raken zo onder de indruk van wat deze auto kan, dat ze niet het uiterste uit zichzelf halen.”

Confronterend
Havermans legt uit wat dat voor effect heeft. “Racerij is misschien wel één van de meest confronterende takken van sport. In een onderlinge vergelijking wordt weleens gezegd: bij Formule 2 zit de beperking in het materiaal, bij Formule 1 in de rijder. Op amateurniveau geldt vooral dit laatste en dan kom je er snel achter dat je eigenlijk meer ontwikkeling zou moeten doormaken. Vergelijk het met het bedrijfsleven, waar jonge kerels snel opklimmen tot manager. Naarmate de jaren verstrijken blijkt dat ze daar eigenlijk nog helemaal niet aan toe waren; dat ze nog zoveel te leren hadden. Natuurlijk, de Cayman Cup spreekt tot de verbeelding, omdat je met een auto van ruim 300 pk in een lekker groot veld stapt. In hoeverre geeft het echter voldoening wanneer je steevast genoegen moet nemen met een plek in de achterhoede en feitelijk niet goed de kans krijgt om je eigen grenzen te verleggen? Beter zou je je niveau wat langer kunnen fijnslijpen in een instapklasse, denken wij.”

Running costs lager
Het PCR-bestuur beschouwt de Boxster Cup als de spirituele opvolger voor de 944 Cup, die overigens nog steeds standhoudt. “Die klasse blijft zijn eigen doelgroep trekken,” verklaart Havermans. “Weinig auto’s met de motor voorin bieden zo’n perfecte balans als deze transaxlemodellen. De jaren beginnen echter wel te tellen voor de 944 en dat reflecteert zich in een steeds moeizamer onderdelenvoorziening. Je ziet nu dat mensen exemplaren kannibaliseren om ermee te kunnen blijven racen. Bij een Boxster ligt dat heel anders. Die werd veel recenter geïntroduceerd, in de tweede helft van de jaren negentig; bovendien zijn er wereldwijd gigantisch veel van verkocht. Als kant-en-klare racewagen ligt hij wat hoger in aanschafprijs, maar qua running costs kom je aanmerkelijk lager uit dan bij een 944. Met een budget van 10.000 euro per jaar moet je het redden, schades niet meegerekend. Er staan er genoeg te koop die helemaal aan de cupspecificaties voldoen, tegen prijzen van tussen de vijftien en twintig mille.” De waardevastheid van race-Porsches is welhaast spreekwoordelijk, dus dat scheelt ook weer in de uiteindelijke exploitatie, naast de robuustheid van de techniek. “Sterker nog: het 2.5-blok staat bekend als één van de betere watergekoelde motoren,” meldt Havermans.

Vierkant de bocht om
In de ogen van het PCR-bestuur krijgt de Boxster in de racerij niet kans die hij verdient. “Eigenlijk gek, want hij voldoet met zijn zescilinder boxermotor die achter je ligt wel aan wat je van een echte Porsche verwacht.” Van wijlen Arjan Norbart, expert in het merk, leerden we ooit al dat het concept met de midscheeps geplaatste krachtbron het ideale recept voor een uitgebalanceerde racebolide oplevert. Eentje die zich, gelijk een formulewagen, heel ‘vierkant’ de bocht om laat zetten, in tegenstelling tot de vloeiende lijn die je met een toerwagen moet aanhouden. “In rondetijden blijkt de Boxster gemiddeld één à twee seconden sneller dan de volgens ‘iedereen’ zo perfect sturende 944. Je rijdt er heel makkelijk hard mee, zonder extreme aanpassingen te hoeven doen. Dat verklaart waarom deze middenmotor-Porsches best wel regelmatig worden ingezet voor trackdays. Zelfs de standaard gemonteerde remmen kunnen daar prima tegen. Trouwens, met een paar goede blokken volstaan ze ook voor racegebruik.”

Upgrades
Dat brengt ons bij de technische kaders van de Boxster Cup. “Naast de gebruikelijke rolkooi en overige veiligheidsitems schrijven we de montage van een hardtop voor. Een originele of eentje in de stijl van de Cayman. Je mag ook een achterspoiler monteren en eventueel kunststof zijruiten en polyester carrosseriedelen gebruiken, al biedt dat over het algemeen weinig meerwaarde, aangezien we het minimumgewicht op 1240 kilogram bepaald hebben. Om de kosten laag te houden moeten de deelnemers rijden met een groot aantal originele componenten, zoals remschijven en -klauwen, vijfversnellingsbak en open differentieel, motor en ECU. Wel mogen zij bepaalde upgrades doen om de toch al hoge betrouwbaarheid op het circuit nog wat te verbeteren, zoals de montage van een derde radiateur en een aangepast carter met antislingerschotten, hoewel dat laatste bij de 2.5-motor niet echt nodig blijkt. Verder bieden we keuze uit twee soorten semislicks van Nankang, namelijk de AR1 en de CRS. Het type veren en schokdempers laten we helemaal vrij.” De bandbreedte die de PCR voor deze cup geeft illustreert feitelijk al dat zo’n Boxster in de basis ‘ready to race’ is. Vervuld van Porsche-DNA biedt hij de perfecte leerweg om later op te klimmen naar een Cayman of 911… alleen moet je eerst het mbo afronden om naar het hbo te kunnen doorstromen.

Rosa Vogel: “Niet te agressief”
In de HARC 250 beleefde de 16-jarige Rosa Vogel haar vuurdoop in de racerij, na al enige trackdayervaring. Tijdens haar eerste PCR-wedstrijd, 30 maart op Circuit Zandvoort, stond ze er alleen voor met haar Gulf-bestickerde Boxster. “Best even spannend. In de endurance nam mijn coach Lars van ’t Veer de start voor zijn rekening, nu moest ik die zelf doen; rollend. In de stromende regen bovendien, waar ik nog nooit in gereden had. Alleen maar een keer een beetje miezer. Toch wist ik meteen na vertrek best een aantal plekken te pakken, die ik helaas weer verloor toen ik in de Hans Ernstbocht spinde. Net even te vroeg op het gas gestaan, denk ik. Daar moet je met dit natte weer echt met beleid mee omgaan. Ik vind de Boxster wel een geweldige auto om het racen mee te leren en meters te maken. Hij ligt stevig op de baan en biedt redelijk wat vermogen, maar niet zoveel dat hij te agressief wordt om mee te beginnen. De 944’s in het midden- en achterveld kan ik intussen aardig de baas en ik verwacht dat als we een paar wedstrijden verder zijn, ik dezelfde rondetijden haal als de top van het veld. Verder hoop ik dit seizoen Jürgen Schlösser in zijn Boxster bij te houden, die nu nog meer ervaring heeft. Leuk trouwens dat binnen de PCR nog een vrouw meedoet: Janine Rozendaal. In mijn omgeving probeer ik ook wat meiden op te porren om te gaan racen, maar het werkt natuurlijk niet zo makkelijk als voetballen op zaterdagmiddag. Er hangt bovendien een prijskaartje aan. Ik wil wel wat actiever in de sociale media gaan worden en daar wat filmpjes delen, dus wie weet wat dat straks oplevert.”

Jürgen Schlösser: “Minstens twee seizoenen ervaring opdoen”
“Die Rosa Vogel doet het echt hartstikke goed,” zegt baanconcurrent Jürgen Schlösser vol bewondering. “Haar eerste sprintwedstrijd op 30 maart en ze viel me in de regen gelijk van alle kanten aan. Ik moet trouwens zeggen dat ik in mijn eerste seizoen, 2023, qua tijden enorm vooruit ben gegaan. Mijn zoon en ik behaalden in november 2022 onze racelicentie en begonnen in de 944 Cup, maar mijn auto ging na drie maanden stuk en wachten op onderdelen zou een halfjaar duren. Dat deed mij besluiten om naar een Boxster over te stappen en eerlijk waar, die bevalt mij geweldig. Met ABS aan boord vind ik hem net wat veiliger en afgelopen keer op regenbanden bood hij zoveel grip, dat hij naar mijn idee zelfs beter door de bochten liep dan de Caymans in het veld. Daar kon ik op die momenten aardig mee strijden, alleen accelereerden ze daarna natuurlijk weer weg, met toch zo’n 100 pk meer aan boord. Ik voelde me gewoon veilig aan boord, op dat natte asfalt. Wel bouwde ik het rustig op, alvorens ik echt begon met aanvallen. De Boxster stemt me zo enthousiast, dat ik ervoor gekozen heb om de huurauto te kopen. Daar wil ik nog minstens twee seizoenen mee blijven racen om meer ervaring op te doen. Ik ga er helemaal in op en ondanks de concentratie die het vereist geeft het me ontspanning; rust in mijn hoofd. Toen ik ermee begon vreesde ik dat ik misschien opgefokt zou raken, maar het tegendeel blijkt waar, mede doordat binnen de PCR heel respectvol wordt gereden. Zelden heb ik in mijn leven iets meegemaakt dat mij zoveel vreugde geeft.” []

Meer informatie: www.dnrt.nl / www.adpcr.nl

Tekst: Aart van der Haagen
Foto’s: Leon Weggelaar, Edwin Nieuwenhuis

Wil jij ons magazine ook lezen? Meld je dan aan via “bestellen” op onze website: www.start84.nl