Brands-Hatch is en blijft een historische plek voor de Engelse en internationale autosport. Het was dan ook met veel genoegen dat de deelnemers van de Supercar Challenge de Britse omloop weer aandeden en dat na één seizoen afwezigheid op de kalender. De snelle en bochtige omloop, in het typische groene Britse kader en met heel wat hoogteverschil, kreeg dit weekend bovendien een erg Brits weer, wat het 6de weekend van de Supercar Challenge zeer moeilijk maakte. De leiders in het kampioenschap, Ward Sluys en Bas Schouten reden twee degelijke races, maar hadden wel op meer gehoopt dan uiteindelijk één podiumplaats. Met 17 punten bonus op hun dichtste achtervolger, lijkt het erop dat de titelstrijd zal duren tot op de meet van de laatste race in Assen, eind oktober.
“Zonder meer één van mijn lievelingscircuits”, lachte Ward Sluys bij aankomst over het Kanaal. “Dit is zo’n omloop uit de oude doos, amper gewijzigd sinds de laatste F1-wedstrijden in de jaren ’80.”
Het JR Motorsport duo reed tweemaal de tweede tijd in de kwalificaties, achter een Britse gastdeelnemer, maar de eerste startrij was dus in handen van Bas Schouten en Ward Sluys.
“Bas nam de start van de eerste race op zaterdag, een race die door de regenval erg chaotisch verliep. Telkens ging onze buffer eraan, want door de vele safetycar-interventies, werd het hele veld telkens weer samengebracht. Het was een zeer moeilijke race, er was immers heel wat aquaplanning door het vele water en onze tweede plek was het beste resultaat dat mogelijk was. We hadden immers ook heel wat strafseconden bij de verplichte pitstop vanwege eerdere goede resultaten… Al bij al waren we ook blij dat we geen schade gereden hadden.”
De Pro Diaxo rijder Ward Sluys kon dus zonder zorgen naar de tweede race, op zondag en dat beloofde een droge wedstrijd te worden.
“Opnieuw nam Bas de start en hij had een intens gevecht met onze teamgenoten, elke ronde wijzigden de posities, en hij kwam dan ook op het scherp van de snee de pitlane binnen voor de verplichte wissel. Ik nam halverwege de race over en net bij het buitenrijden gingen de hemelsluizen dan toch open, onmiddellijk gevolgd door…. uiteraard de safetycar. Ik kon niets anders dan de pitlane binnenduiken om regenrubber te laten monteren, maar het team kende wat moeilijkheden en we verloren onvoorziene tijd. Het was een helse rit en met het kampioenschap in het achterhoofd, wilde ik hoegenaamd geen risico’s nemen. Ik bouwde mijn stint rustig op in die verschrikkelijke weersomstandigheden, het was echt meer een glij- dan een racepartij… De kers op de taart was een drive-through voor een te korte pitstop, één seconde te weinig en dat hielp dus niet om posities goed te maken. Ik kwam op het einde nog net één ronde te kort terug om de 3e plaats op te eisen! Kortom het was een weekend waarin we hard gevochten hebben, in slechte weersomstandigheden, met tweemaal een goede puntenscore en een wagen in één stuk.. We mogen dus niet klagen. Ik kijk nu uit naar de volgende races, op 30 september en 1 oktober op de Nürburgring!”