“Wij hebben 73 geluidsdagen”

Terwijl de ruige machines van de NASCAR Whelen Euro Series warmdraaien, ontmoeten we op Circuit Zolder general manager Harry Steegmans. Hij ontkracht verhalen over geluidsproblematiek met opmerkelijke feiten, vertelt over de warme band met de buren, toont schetsen van architecten die hun visie op een breed recreatiegebied geven en blijkt zelf te racen, zonder dat aan de grote klok te hangen. De oren zijn gespitst.

Om met het laatste te beginnen: Steegmans verscheen in augustus jongstleden aan de start van de STX Motorhomes 24 Hours of Zolder. Wanneer je de uitslag doorploegt, speur je echter tevergeefs naar zijn naam. “Sinds mijn aantreden hier in 2020 rijd ik meestal onder een pseudoniem.” glimlacht hij. “Ik maak immers de regels en wil geen scheve gezichten creëren. Mede daarom doe ik nooit volledige kampioenschappen. Alleen losse races, zoals bij de Belcar Skylimit Sprint Cup, de BGDC, de Mazda MX-5 Cup en de DNRT. In 2004 rolde ik dit wereldje binnen, toen ik een tweedehands Porsche kocht. De garage kon me niet de perfecte uitvoering leveren en stelde voor dat ik als tegenprestatie een uurtje in een cup-Clio op het circuit mocht rijden. ‘Wauw,’ dacht ik na afloop. ‘Dit kan ik best.’ Ik huurde er eentje voor de Zolder Sprint Cup en finishte als vierde in een veld met veertig auto’s. Niet echt een knalprestatie, want er reed een hoop langzamer spul tussen.” 2006, 2007 en 2008 gaven een tjokvolle agenda, want: “Toen reed ik Belcar, Touring Cup, Fun Cup en de 24 Uren van Zolder. Daarna stapte ik over naar de Lotus Cup Europe, van 2009 tot en met 2013. Ik pakte regelmatig een podiumplek, maar vond de variëteit aan circuits interessanter dan overwinningen. Weinig mensen zullen op zoveel verschillende banen hebben gereden als ik.”

De balans was zoek
Het besluit om eind 2013 de helm aan de wilgen te hangen vormt meteen een haakje om de missie van Steegmans ten aanzien van Circuit Zolder door te lichten. “Ik stopte vanwege het vaderschap, de drukte rondom de verkoop van mijn groothandel in isolatiematerialen, maar ook vanwege de teloorgang van raceklassen hier in België. Sprint en Touring Cup bestonden niet meer en de Belcar werd gedomineerd door een afnemend aantal kostbare GT3’s. De balans tussen fun en kosten was zoekgeraakt. Het zette me aan het denken toen ik in de krant de vacature las van general manager. In eerste instantie reageerde ik trouwens niet, maar toen drie maanden later de advertentie opnieuw verscheen, trok deze specifieke job toch mijn aandacht. Niet in de laatste plaats doordat mijn familie in Belgisch Limburg woont en ik iets voor de regio wilde betekenen, wat ik nu kon combineren met mijn passie voor de autosport. Mijn voorganger had al goed werk verricht, door DTM terug naar Circuit Zolder te halen, Belcar aantrekkelijker te maken en andere activiteiten op te tuigen, naast enige renovatie van de faciliteiten. Ik was voornemens om de raceklassen weer te laten groeien en het grote publiek terug te krijgen op de tribunes.”

Prototypen schrappen
Steegmans kreeg het meteen stevig voor de kiezen, gezien de net uitgebroken coronapandemie. “Heel België zat in lockdown en niemand kon een zinnig woord zeggen over de toekomst. Hoe gingen we het circuit rendabel houden voor onbepaalde tijd? Gelukkig kon en mocht hier vrijwel alles doorgaan, zij het zonder publiek. Vrij Rijden, maar ook grote raceweekenden: tweemaal DTM, WTCR, Truck Grand Prix; allemaal in 2020. Ik denk niet dat we twee evenementen hebben hoeven afzeggen.” 2021, nog steeds tijdens covid-19, werd het jaar van de grote veranderingen. “Samen met Andy Jaenen werkte ik het concept van de Belcar Skylimit Sprint Cup uit. Eindelijk een budgetvriendelijke instapklasse en tegelijkertijd een platform voor rijders om door te groeien naar de Belcar Endurance, waar we een belangrijke hervorming doorvoerden: de prototypen schrappen. Ze leverden teveel gevaar op door het snelheidsverschil, wat je zag aan een paar zware crashes, waarvan één met bijna dodelijke afloop. Daarnaast kostte het ons klanten, want goed betalende gentleman drivers in Porsches en Lamborghini’s konden niet winnen. Denk je dat fabrikanten dan zouden blijven investeren in zulke machines? Trouwens, de toeschouwers zeggen die prototypen niks. Zij dragen petjes met een Audi- of AMG-logo en willen een referentie met straatauto’s.”

35.000 bezoekers
Publiek werven kreeg de volle focus. “Dat zorgt er immers in aanzienlijke mate voor dat een circuit kan renderen. Zolder staat bekend om zijn mogelijkheden tot netwerken en zijn vipgebeuren. In zo’n NASCAR-weekend als nu zitten hier 1000 mensen te dineren en tijdens het weekend van de 24-uursrace 6000. Het grote publiek trekken we met allerlei activiteiten, die de evenementen een festivalachtig karakter geven. Kids Village, een reuzenrad, Dinner in the Sky, bungeejumpen en thema’s die bij het karakter van het hoofdprogramma passen. Zo verschijnen er nu, mede vanuit een samenwerking met Ford, 92 Mustangs om de 60e verjaardag van het model te vieren. Het scheelt dat we maar vijf keer per jaar op grote schaal mensen hoeven te vermaken, waar dat in het voetbal misschien wel twintig keer per jaar aan de orde is. Het New Race Festival, de Truck Grand Prix, de Historic Grand Prix, de 24 Hours en NASCAR vormen momenteel de hoogtepunten van het seizoen, die tussen de 5000 en 35.000 bezoekers op de been brengen. Je praat wel over heel verschillende doelgroepen.” Actieve promotie in (sociale) media en aantrekkelijke programma’s sorteren volgens Steegmans duidelijk effect en daar geeft hij tastbare cijfers van het 24-uursweekend bij: “Van 22.000 naar 27.000 naar 35.000 bezoekers in drie jaar tijd.”

Tribune in de tuin
Het gaat dus goed met Circuit Zolder, maar hoe zit het met de eeuwige discussie over lawaai? “Het verrast je misschien, maar wij hebben 73 geluidsdagen per jaar, zonder decibellenlimiet. Als enige circuit in Europa, met de aantekening dat we uitsluitend tussen negen en twaalf ’s ochtends en tussen één en vijf ’s middags kabaal mogen produceren, uitgezonderd de 24 Hours. Daar houden we ons zeer strikt aan, net als aan de bovengrens van 98 decibel tijdens de zogeheten B- en C-evenementen. Bijna niemand weet dat wij circa 210 dagen per jaar reserveren voor de gemotoriseerde sport. Moet je nagaan: er grenzen twee woonwijken bijna pal aan het circuit. We koesteren daarom onze relatie met de buren. Zo geven we omwonenden gratis toegangskaarten voor evenementen en ondersteunen we lokale verenigingen. Trouwens, ik durf wel te zeggen dat 99 procent van de mensen hier in de omgeving van autosport houdt. Een wezenlijk deel van onze 800 vrijwilligers komt hier direct uit de buurt en weet je wie daar bij de Villeneuvechicane woont? Dries Van Langendonck, de wereldkampioen karting OKJ van 2023, die nu in het McLaren Driver Development Programma is opgenomen. Er staat zelfs een eigen tribune in de tuin.”

Max en een prins
Kijkend naar de toekomst laat Harry Steegmans het e-woord vallen. “Als EV’s tien procent van het straatbeeld bepalen, moeten wij een vergelijkbaar signaal afgeven. Zo vinden hier incentives plaats rondom de ERA, een elektrische formulewagen die hier op het circuit ontwikkeld is. Let wel, we gaan de petrolheads absoluut niet teleurstellen, maar we moeten wel mee met de tijd. Ook om jongeren betrokken te houden, die thuis en zeker op school met klimaatbewustzijn worden opgevoed.” Natuurlijk mag de vraag over F1-kansen niet ontbreken. “Vijftien jaar geleden zaten wij in hetzelfde schuitje als Circuit Zandvoort. Toen kwamen Max en een prins. Kortom, zeg nooit nooit, al ligt het in België veel moeilijker. In Nederland leeft sport in zijn algemeenheid veel meer. Kijk naar de successen in voetbal en bij de Olympische Spelen. Naar tribunes die helemaal oranje kleuren. Mocht Dries Van Langendonck nou naar Formule 1 doorstoten, dan wordt het misschien wat anders.” Ondertussen droomt Circuit Zolder over een andere toekomst. Op een groot scherm toont Steegmans artist’s impressions van architecten die een vrije visie mochten geven op de accommodatie. “Op de langere termijn streven we naar een bredere recreatieve invulling, die het maatschappelijk draagvlak verder zal vergroten. Wist je trouwens dat we nog steeds zonder subsidies draaien?”